Handleiding

Hoe doe je een waarneming?

Een waarneming kost ongeveer 30 minuten, waarin je zo mogelijk de bloemen van 100 planten bekijkt. Neem de tijd, snuif wat frisse lucht op en help de wetenschap vooruit!

Ga de natuur in

Neem een smartphone of tablet met internettoegang of het geprinte waarnemingenformulier mee

Vind sleutelbloemen

Gulden sleutelbloemen vind je vooral in kalkrijke graslanden, in kustgebieden en langs rivieren of aan bosranden. Het gaat om natuurlijke groeiplaatsen, dus niet om planten in tuinen.

Doe een waarneming en vul het formulier in

Vul het waarnemingenformulier online in.

Veel plezier!

Maak foto’s van (jezelf met) de sleutelbloemen en deel ze bijvoorbeeld op de sociale media. (Het is beter om de precieze locatie daar niet bij te vermelden, omdat de planten zeldzaam zijn in Nederland.)

Waarnemingen doen met een papieren formulier

Voor waarnemingen op papier heb je een geprint formulier, een pen en een fotocamera (of een mobiele telefoon) nodig. De resultaten stuur je ons achteraf toe via het online formulier op www.cowslip.science.


Niet vergeten:

  • Probeer je locatie zo nauwkeurig mogelijk aan te geven als je de waarneming opgeeft (bijvoorbeeld door op de link 'automatisch lokaliseren' te klikken). Zo kunnen de onderzoekers deze informatie bij hun data-analyse gebruiken.

  • Vergeet de sleutelbloemen niet te fotograferen.

  • Je hoeft de plant niet te plukken – je kunt gewoon voorzichtig in de bloem kijken.

  • Neem met het oog op gezondheid en veiligheid de plaatselijke coronaregels in acht.

Videos

Hoe kun je de sleutelbloem herkennen?

De gulden sleutelbloem (Primula veris) is een lentebloem. Het is een vaste plant, wat betekent dat dezelfde plant meerdere jaren achtereen op dezelfde plek groeit en bloeit. Soorten die weleens met onze sleutelbloem worden verward, zijn de slanke sleutelbloem (Primula elatior) en de stengelloze sleutelbloem (Primula vulgaris). Primulasoorten kunnen onderling ook gemakkelijk kruisen. Zorg ervoor dat je bij je waarneming de juiste sleutelbloem te pakken hebt!

Hoe ziet de sleutelbloem eruit?

De gulden sleutelbloem is een kruidachtige plant met een gemiddelde hoogte van 10 tot 30 cm. Hij heeft langwerpige groene bladeren op de grond, die tot 20 cm lang zijn. Eén plant kan meerdere bloeistengels hebben. De sleutelbloem heeft eigele, klokvormige, afhangende bloemen. De gele bloemen hebben oranje vlekjes, staan met 5 tot 16 stuks bij elkaar en zijn meestal één kant op gericht.

Hoe kun je onze sleutelbloem van vergelijkbare soorten onderscheiden?

In vergelijking met de gulden sleutelbloem zijn de bloemen van de slanke sleutelbloem meestal groter en bleekgeel, in plaats van eigeel met oranje vlekjes. De bloemen van de gulden sleutelbloem zijn klokvormig, terwijl die van de slanke sleutelbloem meer open zijn. De stengelloze sleutelbloem heeft een korte bloemsteel en de bloemen zijn heel bleekgeel of zelfs wit. Ook in tuinen komen verschillende soorten sleutelbloemen voor, die gemakkelijk kunnen verwilderen. Deze kunnen allerlei kleuren bloemen hebben, zoals paars, rood, oranje en roze. In de natuur zijn sleutelbloemen altijd heldergeel.

Sleutelbloemen behoren tot de eerste lentebodes (vandaar de wetenschappelijke naam Primula, afgeleid van het woord voor eerste in het Latijn). Afhankelijk van de regio en het weer beginnen ze in april te bloeien. De bloei duurt een aantal weken. Bij koeler weer kan de bloei later beginnen en tot half juni duren. In warmere streken kan de bloei al in maart starten.

Waar komen sleutelbloemen voor?

De gulden sleutelbloem komt in Europa vrij algemeen voor, maar in Nederland is het een zeldzame plant. De Rode Lijst van Nederland vermeldt de soort als kwetsbaar. Door de teloorgang van hun leefgebied doen ze het steeds minder goed. Sleutelbloemen houden van droge of een beetje vochtige, kalkhoudende bodems. In ons land komen ze vooral voor in kalkgraslanden in het zuiden, langs rivieren en in kustgebieden. Maar dat wil niet zeggen dat sleutelbloemen niet op zuurdere bodems te vinden zijn. Sleutelbloemen kun je ook aantreffen in traditioneel beheerd grasland, in parken, aan bosranden en zelfs in de berm. Ze geven de voorkeur aan zonnige standplaatsen.

Wat als de bloem op geen van beide types lijkt?

Het komt niet vaak voor… Toch kun je soms planten vinden die niet van het S-type zijn, maar ook niet van het L-type. Deze bloemen zitten er ‘tussenin’: de stijl en de meeldraden hebben dezelfde lengte. Deze ‘middelstijlige’ planten kunnen ontstaan door een mutatie. Alle bloemen aan zo’n plant zien er dan hetzelfde uit. Als jij nu zo’n plant vindt, dan hoef je hem niet mee te tellen: dat is alleen voor kortstijlige (S) en langstijlige (L) planten. Maar laat het alsjeblieft wel aan ons weten, want deze planten zijn heel interessant!

Je kunt het als commentaar bij je waarneming vermelden op het formulier, en een foto van zo’n bijzondere bloem toevoegen. Maar het is ook handig om even een apart mailtje te sturen (info@cowslip.science in het Engels of communicatie@nioo.knaw.nl in het Nederlands) met de foto en de exacte locatie waar je de bloem gevonden hebt. Op die manier kunnen we een stukje van het blad verzamelen voor genetisch onderzoek, of misschien kun jij ons daarbij helpen. Door zulke bijzondere planten te melden, leren we de planten met de verschillende bloemen pas echt te begrijpen.